Ruim 292.000 kinderen leefden in 2016 in een huishouden onder de lage-inkomensgrens. Voor 117.000 van hen gold dat al vier jaar of meer. Bij 60 procent van deze kinderen zit een van de ouders of zitten beide ouders in de bijstand. Bij een kwart was betaald werk de belangrijkste inkomstenbron.
De langdurige armoede is onder 65-plussers het laagst van alle leeftijdsgroepen. Dat komt doordat de AOW hoger is dan de lage-inkomensgrens. Daarnaast hebben veel ouderen naast hun AOW nog een aanvullend pensioen en inkomsten uit vermogen.
Veel langdurige armoede in Groningen
De stad Groningen is de gemeente met het hoogste percentage huishoudens dat langdurig onder de lage-inkomensgrens zit: 7,4 procent. Daarna volgen Rotterdam en Amsterdam. In de gemeenten Rozendaal (0,7%), Alphen-Chaam (0,7%) en Scherpenzeel (0,8) is het aandeel langdurig armen het laagst.